Verhaal: In de mist (Anthonie Holslag)

Hij herinnerde zich nog hoe angstig hij was en hoe ontzettend hij had getwijfeld toen hij David blaffend op de achterbank had gehoord. Dat kind was zes. Jeremehia zeven. Als ze de “nieuwe griep” hadden meegenomen, dan waren ze allemaal binnen een aantal dagen aangestoken. Maar de kansen waren klein, of tenminste dat nam hij aan. Het kon natuurlijk slechts een verkoudheidje zijn, wat achteraf ook was gebleken, want het kuchen was opgehouden, hoewel hij in het begin van de reis continu angstig in de achteruitkijkspiegel had gekeken. David zag er toen bleek uit. Alsof zijn gezicht van kaarsvet in plaats van vlees was. Hij had, tussen het hoesten door, zijn duim in zijn mond gestoken en keek zijn vader zo nu en dan met waterige ogen aan.“Ben niet lekker,” zei hij. En misschien verbeeldde hij het zich, maar hij kon rode druppels aan de stam van de duim zien. “Wil je naar het ziekenhuis?” had hij gevraagd en zijn zoon had heftig met zijn hoofd geschud. Sinds zijn amandelen, die drie maanden daarvoor waren verwijderd, wilde hij geen ziekenhuis meer betreden. “Als het erger wordt of als je pijn je borst krijgt dan moet je het zeggen, dan gaan mama en ik samen met jou naar de dokter toe.”

“En ik dan?” vroeg Jeremehia. “Moet ik dan alleen in de bungalow blijven?” Ook hij had er bleek uitgezien.

“Nee, natuurlijk niet. Jij komt met ons mee.”

Sindsdien waren de klachten afgenomen. Of tenminste, zo herinnerde hij het zich, hoewel hij weer het gevoel had dat de mist ook in zijn hoofd de beelden vertroebelde. Want even zag hij ook zichzelf en Margareth hoesten. (Hij zag bloedspetters op de spiegel.) Even zag hij Jeremehia rillend van de koorts in bed liggen. Maar daarna was alles normaal geworden. Daarna was de mist voortdurend buiten de deur aanwezig geweest.

Of was de mist er daarvoor ook al? Hij wist het niet meer.

‘Wil je straks naar mijn benen kijken?’ vroeg Margareth nu. ‘Ze doen echt verdraaide pijn.’ Hij knikte. Staarde naar de beelden op de televisie. Legerauto’s die de stad inreden. Een legercommandant die iets tegen een journalist zei. Alles was goed, dacht hij. Ze waren aan de pandemie ontkomen, en deed vervolgens de televisie uit.

‘Tuurlijk,’ zei hij, terwijl hij opstond en zijn ledematen hoorde kraken. ‘Speelt je suiker weer op?’ En Margareth knikte.

‘Ga maar liggen, dan maak ik dit af.’

Bij de slaapkamerdeur van zijn zoons bleef hij weer staan. Ze lagen nog steeds zoals ze zojuist lagen. David in Jeremehia’s armen, de knuffelbeer tussen zijn vuistjes en een duim in zijn mond.

Hij zag ze ademhalen. Hij zag hoe vredig ze daar lagen en voelde plotseling tranen achter zijn ogen prikken.

‘De wonden worden erger,’ zei hij, terwijl hij zalf op de plekken aanbracht. Het waren rauwe wonden, die begonnen bij haar ellebogen en knieën, maar die zich nu op haar rug en bovenbenen verspreidden. Hij had de wonden eerder gezien, hoewel hij ze niet in deze setting kon plaatsen. Hij had ze gezien toen zijn moeder op sterven lag en ze de laatste maanden doorligwonden begon te krijgen; plaatsen waar het bloed zich ophoopte omdat ze niet langer bewoog. Hij moest haar dan optillen en haar even laten bewegen. Ze hield zich aan zijn nek vast en kermde – oh David, oh David, alsjeblieft – het ging zo door merg en been dat hij soms, als hij wakker werd, het gekerm nog steeds kon horen. Tot aan dat moment had hij nooit geweten dat een smeekbede ook uit het diepste van iemands hart kon komen. Dat zielspijn kon worden verwoord.

Hij pakte de zalf van het nachtkastje, bekeek de wonden en begon deze vervolgens rond de randen in te smeren, daar waar het huid het roodst was. De wonden op haar rug en dijbenen werden erger. Ze begonnen te etteren en glinsterden van het wondvocht.

‘Neem jij je medicijnen wel in?’ vroeg hij. Ze moest denken. Ook bij haar bevond zich duidelijk een mist in haar hoofd. ‘Ik denk het wel,’ zei ze uiteindelijk. Haar tong klonk dubbel, haar stem ver weg, alsof ze aan de andere kant van een tunnel stond. ‘Maar zeker weten doe ik het niet. Ik heb het gevoel…’ en ze zocht naar de woorden, ‘Dat sinds we hier zijn, de tijd wordt uitgerekt. Heb je dat gevoel ook?’

Niet een tunnel, dacht hij. Het was meer alsof ze onder water sprak. Even kreeg hij weer een gevoel van déjà vu. Zo sterk dit keer, dat het meer op een duizeling leek.

Hij twijfelde. Zijn vinger bleef op de bovenkant van een wond liggen. Hij dacht aan het rode bankje, aan de winkel, aan de schommel die heen en weer bewoog, en schudde zijn hoofd. Hoewel hij heel goed wist wat ze bedoelde. Hoewel hij dagenlang, of was het inmiddels weken, hetzelfde gevoel had gehad.

Kopieën van een kopie. Lege vellen met een wit oppervlak.

Uitgerekt. Ja, de tijd was uitgerekt, als een stuk elastiek.

‘Tijd gaat altijd langzamer op vakantie,’ zei hij om haar te overtuigen. Of was het om zichzelf te overtuigen? ‘Tijd voelt anders aan.’

Ze moest hierover nadenken en kreunde, toen zijn vinger per ongeluk langs het oppervlak van een wond gleed. Vocht en pus gutsten onmiddellijk langs haar dijbeen naar het laken. Rood, gelig vocht dat tevens stonk.

Het deed hem aan dode muizen denken. Aan de keer toen ze thuis op zolder dode muizen hadden gehad. De geur bleef weken lang hangen, hoeveel ramen je ook openzette.

Weer voelde hij een duizeling. Weer voelde hij de herkenning. Iets begon angstig in zijn slapen te kloppen, maar hij drukte het gevoel weg.

Lees verder op pagina 5 van 6

een bloedovergoten dageraadOndoden. Spinnen. Een bungalow in de mist, bloedsporen die niet kunnen verdwijnen, meisjes in rode jassen en een dageraad, een bloedovergoten dageraad waar een zoon naar zijn moeder zoekt… En waar niets meer hetzelfde zal zijn…
Een Bloedovergoten Dageraad is de nieuwe verhalenbundel van Anthonie Holslag en is hier te verkrijgen. Dit is een verhaal uit die bundel.

Interessant artikel?

Abonneer
Laat het weten als er
guest
If checked, an MD5 hash of your email address will be shared with Gravatar.com. However, that hash will not be made public.
3 Comments
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Jeroen
Jeroen
8 jaren geleden

Sterk verhaal. Ben benieuwd naar de bundel, leuk cadeau voor de aankomende feestdagen.
Oh en op pagina 5 klopt de verwijzing naar de volgende pagina niet 😉

Frank Mulder
8 jaren geleden
Antwoord aan  Jeroen

Thanks, gefixed 🙂

3
0
Wat vind jij hiervan? Laat het weten in de reacties!x