In de Franse film La fiancée de Dracula gaan een professor en zijn jonge assistent Eric op zoek naar Dracula. Om hem te kunnen vinden hebben ze zijn verloofde nodig. Ze sporen haar op door middel van Parallels, figuren in menselijke vorm die tussen twee werelden in leven. Via circus clown Thibault, die verliefd is op een van deze Parallels, komen ze bij een vampier vrouw die ze naar een klooster leid.
Bij het klooster(The order of the White Virgins) vinden ze inderdaad de verloofde van Dracula, Isabelle, die niet helemaal goed bij haar hoofd is. Haar waanzin heeft zich inmiddels verspreid door het klooster waar alle nonnen zich zeer bizar gedragen (moeder overste steekt haar sigaret aan met een kermis achtige Jezus aansteker). Wanneer Isabelle ontsnapt naar het kasteel van Dracula wordt ze op de hielen gezeten door de professor en Eric, die het ondertussen moeten opnemen tegen een baby etende Ogres, een wolf vrouw (cameo van Brigitte Lahaie), heksen en gekke nonnen.
Eric is ondertussen verliefd geworden op Isabelle en wil haar met alle macht redden van Dracula. De vraag is alleen of Isabelle wel gered wil worden.
La fiancéé de Dracula is een licht erotische horrorfilm uit 2002, die de uitstraling heeft van een film uit de jaren ’60. Regisseur Jean Rollin maakte in de jaren ’60 en ’70 al horrorfilms waarin de vampier vaak een hoofdrol had. Toen de industrie en de technieken veranderden besloot hij om niet met de tijd mee te gaan. Hij bleef vasthouden aan zijn manier van film maken. Het resultaat: surrealistische, licht erotische horror/cultfilms.
Net als in veel van zijn andere films is het grootste gedeelte gefilmd in Normandië, bij het strand Dieppe. Dat levert hier en daar mooie beelden op, dan wel niet surrealistisch. Ook de muziek die gebruikt wordt is toepasselijk. Helaas is dat zo ongeveer het enige positieve aan de film. Het acteerwerk is ronduit slecht (de scene waarbij Thibault zichzelf neersteekt is eerder komisch dan dramatisch), het verhaal is ook niet heel erg sterk en de special effects zijn matig (knap hoe een man met één klap van een hamer een heel hart uit een lichaam weet te krijgen). Ook de synchronisatie is dramatisch. Een vrouw die viool speelt waarbij het geluid niet overeenkomt of een man die keihard schreeuwt, maar zijn mond maar half open heeft.
Dit alles hoort natuurlijk wel een beetje bij het beeld van films uit de jaren ’60 en ’70. En omdat je weet dat de filmmaker in die tijd is blijven steken is het soort van acceptabel. Toch zal deze film vooral interessant zijn voor fans van Jean Rollin/cult-horrors. Voor mainstream horrorfans zal het waarschijnlijk een hele opgave zijn om de film (die 90 minuten duurt) uit te kijken zonder af en toe door te spoelen.