127 Hours... Horror? Of niet?
Wat is horror? 127 Hours gaat grafisch verder dan menig horrorfilmmaker durft te gaan. Beeldtechnisch krijg je werkelijk alles te zien.
Het is een lange discussie waar je nooit een bevredigend antwoord op vindt. Wat is horror? En wat niet? Horror als genre is natuurlijk voor een groot deel gebouwd om eens even flink te peuren in de diepste angsten van de lezer/toeschouwer/gamer. Maar de meeste horror heeft als bijkomende factor dat het zo ‘over the top’ gaat dat je alsnog (min of meer) rustig achterover kunt leunen in de wetenschap ‘het is niet echt’. Maar wat nou als hetgeen je voorgeschoteld krijgt wel echt is? Is het dan nog horror? Of niet? De vraag rijst tijdens het kijken naar 127 Hours, de nieuwe film van alleskunner Danny Boyle.
Want ja, een alleskunner mag je de regisseur inmiddels wel noemen. De man van Trainspotting, The Beach en Slumdog Millionaire heeft ook al de nodige horror op zijn CV bij kunnen schrijven. Van het zenuwslopende Sunshine (wat in feite een soort ‘2001: A Space Odyssey meets slasher movie’ was) tot zombiehit 28 Days Later. Op zich is 127 Hours an sich geen horror. Het vertelt het waargebeurde verhaal van de jonge en ietwat arrogante levensgenieter Aron Ralston (James Franco) die tijdens een roekeloze solo trip door natuurgebied Canyon Country in Utah met zijn arm bekneld raakt in een kloof. In het afgelegen gebied komen vrijwel geen mensen, heeft hij geen telefoon en slechts een beetje water, een videocamera, wat touw en een bot zakmes. De klok gaat lopen en de 127 Hours uit de titel beginnen. Want eigenlijk is er maar één uitweg en daar speelt dat botte zakmes een sleutelrol in.
Onderuit
Een paar jaar terug kwamen er in de pers allemaal berichten over flauwvallende bioscoopbezoekers bij de première van Saw III. Velen dachten dat het een publiciteitsstunt was. Niet in het minst omdat ambulances drie keer op een avond naar dezelfde bioscoop moesten uitrukken. “Het lijkt me niet dat een filmproducent of bioscoopeigenaar erop uit is broodnodige hulpdiensten te onttrekken aan andere plaatsen waar ze hard nodig zijn. Drie ambulances naar één locatie sturen kan elders problemen geven”, zo stelde een ambulancebroeder destijds. Gelijk had ‘ie! Saw (elk deel in de reeks) had natuurlijk wel de bijkomstigheid dat alles wat je zag niet echt gebeurd was en is in die zin horror pur sang. Maar de film was wel heel realistisch van opzet en liet zien hoe ver mensen zouden gaan om hun leven te redden. Zelfs al moesten daar allerhande delen van het lichaam voor worden gemutileerd.
Publiciteitsstunt
Eind 2010 kwamen er weer berichten van flauwvallers in de bioscoop. Ditmaal bij 127 Hours. Een film die zeker niet in het horrorgenre te plaatsen is, maar die wel – net als de fictieve Saw-reeks – laat zien hoe ver een mens kan gaan om het vege lijf te redden. En wederom kwamen er berichten als dat de flauwvallende bezoekers onderdeel van een publiciteitsstunt zouden zijn. Dat laatste – zo kunnen we beamen – is zeker niet het geval. Tijdens de persvoorstelling die wij bijwoonden, klok ook plots een doffe klap en gleed iemand lijkbleek van de stoel. De reden? De uiterst grafisch in beeld gebrachte amputatie van de eigen arm die in de film wordt getoond. Niets in scène gezet, echt gebeurd. Terecht? Nou, laten we zeggen dat je na het zien van 127 Hours voorlopig geen trek meer hebt in een broodje rauw vlees…
Kromme tenen
127 Hours is tot het moment dat de hoofdpersoon tot zijn wanhoopsdaad overgaat een ‘gewone’ dramafilm. Verhaaltechnisch geen hoogvlieger (er is eigenlijk amper een verhaal) maar wel de volle anderhalf uur zeer onderhoudend en – eerlijk is eerlijk – enorm goed geacteerd. Poets die Oscar maar vast op voor James Franco!
Vervolgens gaat 127 Hours grafisch verder dan menig horrorfilmmaker durft te gaan. Beeldtechnisch krijg je werkelijk alles te zien. Het gehak met het botte mes in de arm en de hompen vlees die loskomen, het alle kanten op spattende bloed, het moment dat Aron Ralston met zijn eigen lichaamsgewicht de twee botten in zijn onderarm moet breken en als ‘moment suprême’ het doorsnijden van de zenuwbanen. Waarbij het geluid net zo belangrijk is als het beeld. Want het gekraak van die botten gaat door merg en been. Zenuwen maken geen geluid natuurlijk en daarom is er als soundtrack een vals gespannen vioolsnaar onder gezet die wordt aangeslagen op het moment dat Ralstons mes daar tegenaan tikt.
Het effect geeft iedere toeschouwer op zijn minst kromme tenen (en in het ergste geval een wegtrekker). Is de hoofdpersoon eenmaal bevrijd uit zijn benarde situatie kabbelt de film nog even door. Hij wordt gevonden, helikopter pikt ‘m op, nog even een shot van hoe de echte Aron het nu maakt, eind goed, al goed. We verraden hier niks mee. Zijn verhaal is al uitgebreid in het nieuws geweest en iedere bioscoopbezoeker kent het al bij het aanschaffen van het kaartje.
Maar dan blijft nog steeds de vraag; Wat hebben we zojuist gezien? Was het horror? Nee, niet echt. Maar tegelijk hakten de beelden er zeker wel net zo hard in (of misschien wel harder) als menig heftige horror. Zoals bijvoorbeeld een Hard Candy dat in 2005 ook deed, of meer recent Antichrist. Met dat verschil dat 127 Hours echt is gebeurd. Daarmee bewijzend dat de werkelijkheid soms net zo gruwelijk kan zijn als fictie.
127 Hours draait vanaf vandaag in de bioscoop.
[yasr_overall_rating null size="--"]
Meer over: Horrorfilms, Recensies