Recensie: Road to Red (Tito da Costa, 2016)
'Road to Red' surft en skate zichzelf rechtstreeks de afgrond in
Films over skateboarden of surfen roepen vaak een bepaalde associatie op. Spierballen, stoere taal, coole trucjes en een cast die zo uit een modellenblad lijkt te komen. Skaten en surfboarden kennen in de filmwereld dusdanig veel overeenkomsten, dat een huwelijk tussen de twee niet lang kon uitblijven. In 2016 werd dit huwelijk voltrokken, met de productie van de film Road to Red. Een surf-skate actiefilm, vermengd met een flinke portie horror. Althans, zo profileert zij zichzelf. De film is nu, twee jaar later, uit op DVD.
Eén ding valt direct op tijdens het kijken van de film: het is geen kwalitatief hoogstaande film. Als Road to Red überhaupt gepubliceerd is in Hollywood, dan is dit in haar achterafbuurt gebeurt. De techniek getuigt niet van een professioneel niveau. De kleur lijkt af en toe uit het beeldscherm te verdwijnen, zwoegend onder een te hoog contrast. Ook zijn een aantal scènes rommelig geschoten. Bij scènes op het water hoor je continu het klotsende water krakend door je speakers. Alsof je naar je eigen gemaakte vakantiefilm zit te kijken. Of een soort studentenproject. Afijn, laat ik de film op haar merites beoordelen, en niet direct afkraken om haar technische aspecten.
'Surfboards on asphalt'
Er vallen immers altijd nog veel punten te halen op de verhaallijn en de structuur van een film. Road to Red draait om een groepje van vijf goede vrienden. Eén van deze vrienden, is Bruce (Sean Gray). Zijn broer, Paul, is onder mysterieuze omstandigheden om het leven gekomen. In de media wordt al snel gespeculeerd over zelfmoord, maar Bruce vreest dat hij zelf verantwoordelijk is voor de dood van Paul. Naast zijn broer, is hij namelijk ook zijn manager. Bruce is bang dat zijn continue streven naar verbetering Paul (letterlijk) naar de afgrond heeft gedreven. Om het nalatenschap van zijn broer te eren, maakt hij samen met zijn vier beste vrienden een 'epische' rondreis.
De narratieve stem van Bruce neemt ons mee door de eerste scènes van de film, die echter op elkaar aangesloten worden als puzzelstukjes van compleet verschillende puzzels. Van een nietszeggende uiteenzetting over de Californian Dream tot een caféruzie tussen Bruce en Paul, en van Paul's mysterieuze dood tot de verkoop van drugs. Een handjevol momenten die de koers van de film moet bepalen, strooit daarentegen juist onduidelijkheid over de focus en verhaallijn van de film. Pas na een halfuur komt het onderwerp van surfen en skaten aan bod. Alles wat zich hiervoor afspeelt, lijkt meer op een budget-variant van American Gangster.
120 minuten
De film beslaat een volle twee uur. Na de chaotische opening, lijkt de film een ander probleemveld op te zoeken, door zich vast te draaien in een vicieuze cirkel. Een viertal scènes volgt elkaar continu op. Een rijdende auto, skate-scènes, een emotioneel kampvuur, de maan, repeat. Dit gaat het hele eerste uur door. De regie lijkt compleet te zijn vergeten ze ook gaat over surfen en - bovenal - horror. In het eerste uur lijkt Road to Red meer op de vakantiefilm van een stel nomadische hippies, dan op een gedegen, stoere actie-horrorfilm.
Vooral het niveau van geprovoceerd drama is in dit stadium bijna onwerkelijk. Waar je de ene minuut om de oren geslagen wordt met skate-kunstjes begeleid door willekeurige hard-rockmuziek, klinken luttele minuten later zoetgevooisde pianotonen tezamen met een emotioneel mémoire aan Paul rond een kampvuur. Het snel schakelen tussen emoties kan een versterkend effect teweeg brengen, maar het kan een film ook breken. U mag raden wat hier het geval is.
Na dik zestig minuten is Road to Red niet veel meer dan een repeterende fragment-molen, een promofilm voor skateboarden en een snelle schakelbak tussen emoties. Vooral de skatescènes zijn frustrerend voor de kijker die zit te wachten op de horror. Als de film bij de kern van haar synopsis was gebleven, was dit allemaal niet nodig geweest. Nog steeds weten we niet wat Paul is overkomen, alhoewel ik na alle emotionele kampvuurtjes nu genoeg informatie heb om een biografie over hem te schrijven. Over de andere karakters komen we echter niets te weten. De enige karakterontwikkeling in de film is, inderdaad, van de enige persoon die dood is.
Horror-idioterie
Maar dan eindelijk, als de film al ruim over de helft is, verschijnt het horroraspect ten tonele. Dit ontvouwt zich wanneer de vijf kameraden in een gleuf in de grond vallen (een soort uitgerekte sinkhole). Eenmaal bijgekomen van de val, laat een ground angle shot zien van hoe hoog men gevallen is. Dit is een dusdanige hoogte, dat geen normaal mens dit zou overleven.
Een dwaaltocht door een ondergronds gangenstelsel is wat de kijker vervolgens voorgeschoteld krijgt. De film slaat hier op ieder mogelijk moment de plank mis, als het aankomt op het neerzetten van een enigszins zinderende spanning. De dwaaltocht is nietszeggend, en bij toeval lijkt het groepje te stuiten op een macabere tentoonstelling van lijken. En alhier bevindt zich, heel verrassend, ook het lichaam van Paul. Na een kort intermezzo (wat zei ik ook alweer over geprovoceerd drama?) neemt de film ons mee naar de 'climax'.
Deze climax is echter niet veel meer dan een aantal scènes waarin we erachter komen wat het 'monster' is dat verantwoordelijk is voor de dood van Paul. Alsof het budget op was, lijkt de film hier te zijn afgeraffeld. In een tijdsbestek van nog geen tien minuten wordt de helft van de cast vermoord, en vinden de twee overlevenden plotsklaps een weg naar buiten. Nog bizarder is de dood van één van de personages: met een klap van een schep, die bedoelt is voor het ´monster.´ Deze scène laat ook goed de oneffenheid van de film zien. Een ietwat rake klap met een schep, en iemands halve schedel ligt helemaal open; een val van ruim dertig meter, en men heeft maar één schrammetje.
Twee afgronden
Zoals ik eerder al zei, moet een film beoordeeld worden op diens merites. Road to Red heeft het echter gepresteerd om op zowat alle vlakken zichzelf in een afgrond te storten. Het verhaal is instabiel en volgt geen duidelijke rode lijn. Veel scènes sluiten niet op elkaar aan, en lijken slechts een 'opvulling van de speeltijd' te zijn. En dan heb ik in deze recensie nog niet eens gesproken over het drammende, pedagogische narratief van Bruce wat af en toe komt opduiken. An sich vallen er wel wat clichés uit te halen, maar voor het verloop van de film snijdt het absoluut geen hout.
De afgrond in de film, waar het allemaal uiteindelijk om draait, komt veel te laat. Pas als de kijker helemaal lijkt weg te zakken uit het verhaal, zijn vinger al op de eject-knop houdt, springt de film over op het thema van horror. Als een soort vroege toegift. Hier blijkt echter dat de film al niet meer te redden is. Wat volgt is slechts een uitwerking van het verhaal binnen een ander genre, om de vele fracties binnenin het verhaal nog maar eens te benadrukken. Zelfs voor een studentenproject, zou deze film nog ondermaats zijn. Laat het daarom ook maar snel in een afgrond verdwijnen.
https://www.youtube.com/watch?v=lnlY3xzYMFw
[yasr_overall_rating size="--" postid="77633"]
Meer over: Horrorfilms, RecensiesRead more
Teaser '28 Years Later', zomer 2025 in de bios!
Na jaren van speculaties en geruchten is het eindelijk zover: het vervolg op Danny Boyle en Alex Garland's iconische films '28 Days Later' en '28 Weeks Later' wordt werkelijkheid: '28 Years Later' verschijnt in de zomer van 2025 in de bioscoop.
Steun de korte film Tell-O-Ween, een ode aan 50's horror
Filmmaker Emile Dragt werkt aan een korte film die een eerbetoon wordt aan de klassieke horror van de jaren ’50: Tell-O-Ween. Steun zijn project.
Recensie: Beetlejuice Beetlejuice (Tim Burton)
Hoe vaak schreven wij over een mogelijk vervolg van 'Beetlejuice'? Vanaf vandaag is het vervolg te zien op HBO Max, maar behaalt 'Beetlejuice 2' het niveau van het origineel?
Kijk eerste scène Nevenschade, steun de crowdfunding
De crowdfundingcampagne voor de Nederlandse korte film 'Nevenschade' is begonnen, en maker Luuk Audenaerde enBrend Küppers pakken het meteen anders aan.