Boekontleding: De Kooi (Josh Malerman)

Het boek ‘De Kooi’ van schrijver Josh Malerman zal misschien niet iedereen direct kennen. Als we dan melden dat het eind vorig jaar verfilmd onder de originele Engelse titel ‘Bird Box’ op Netflix verscheen, zal bij meer mensen een lampje gaan branden.

Boekontleding: De Kooi (Josh Malerman)

Het boek ‘De Kooi’ van schrijver Josh Malerman zal misschien niet iedereen direct kennen. Als we dan melden dat het eind vorig jaar verfilmd onder de originele Engelse titel ‘Bird Box’ op Netflix verscheen, zal bij meer mensen een lampje gaan branden. Hier ontleden we het boek uit 2014, dit stuk bevat spoilers.

Inleiding:  het speculatieve genre

In een voorgaande essay heb ik ooit beargumenteerd dat het speculatieve genre, vaak een ondergesneeuwd kindje is binnen de literatuur, terwijl het juist het literaire spectrum kan verbreden – (zie ook “het verhaal achter een verhaal”). Literaire grootheden hebben zich vaak aan het speculatieve gewaagd: denk bijvoorbeeld aan klassieke schrijvers als Brontë (Wuthering Heights), Charles Dickens (A Christma Carol, The Mystery of Edwin Drood), Oscar Wilde (The Portrait of Dorian Grey) maar ook moderne schrijvers als Kafka (De metamorfose), Tennessee Williams (Black Masseur), Vonnegut (Slaughterhouse 5) en Palahniuk (Invisible Monsters, The Diary, Damned, Doomed of de Nederlands vertaalde boek Gekweld).

Verhalen in het speculatieve genre en dan met name het horrorgenre kunnen een enorme meerwaarde hebben. Het laatste omdat het veelal andere speculatieve elementen combineert. Horror kan fantastieke en sciencefiction integreren (het directe voorbeeld hiervan is Frankenstein van Mary Shelley), maar de invalshoek is vaak anders. Waar klassieke of epische fantasy veelal over de strijd tussen goed en kwaad gaat en sciencefiction een toekomst beeld schetst, met daarin wetenschappelijke elementen, bieden beide vormen een manier om onze samenleving weer te geven. Let op: niet alle boeken doen dit. Er valt veel te zeggen over de waarde van pulp; het escapisme voor het escapisme. Maar boeken als Frankenstein kunnen we niet buiten de industrialisatie plaatsen en de moderne wetenschap die zijn opmars maakte. Waar het in “realistische” je meer gebonden bent aan specifieke conventies, biedt speculatieve fictie de ruimte om de samenleving, relaties of de psyché van personages, juist door het fantastieke element, op een unieke wijze te exploreren en in een ander daglicht te plaatsen.

Horror neemt hierin een speciale plaats in: het belicht de schaduw kant van onze samenleving, onze psyché of de angsten die onder de huid broeien. Stephen King noemt horror niets voor niets het laatste (literaire) station. En hoewel er nu vaak op het genre wordt neergekeken, met uitzonderingen daargelaten, en veelal door recensenten niet al te serieus wordt genomen, heeft horror zeer zeker iets melden. Het kan een ongemakkelijke waarheid benoemen en ons een spiegel voor houden van de dingen die we liever niet willen zien (zie Stephen Kings Dodenwake). Zo ook het boek “De kooi” van Josh Malerman. Hoewel het absoluut niet het beste horrorboek is van de afgelopen vijf jaar, is het wel toonaangevend van een nieuwe soort horror die langzaam zijn opkomst maakt en die alles te maken heeft met de angsten in onze hedendaagse samenleving.

Het verhaal: “The problem”

“De kooi” vindt plaats in een postapocalyptische wereld. Het vertelt het verhaal van Malorie die besluit om met twee kinderen een rivier over te steken. Dit dienen ze echter geblinddoekt te doen. Tijdens deze helse tocht, leren we doormiddel van flashbacks hoe de postapocalyptische wereld tot stand is gekomen en wordt het ook duidelijk waarom ze geblinddoekt over de rivier dienen te gaan. Er is een soort kracht losgekomen (het is onduidelijk wat deze kracht is; of het iets is dat vanuit de natuur zelf komt of dat het buitenaards is) en als je deze aanschouwt word je ter plekke waanzinnig en pleeg je zelfmoord.

Dit is ook één van de verwijzingen naar de titel van het boek. De mensen zijn nu gedwongen om binnen te blijven, alles te blinderen en zo in deze helse wereld proberen te overleven. De mensen zitten als het ware gevangen in een zelfgemaakte kooi.

Terwijl Malorie op de rivier dobbert, lezen we eigenlijk haar levensverhaal vanaf het moment dat de wereld kantelde en de moderne samenleving door deze onzichtbare kracht verwoest wordt. We lezen hoe ze zwanger is geworden, voordat deze verwoestende kracht naar de VS komt. (Het ontstaat in Rusland en verspreidt zich over de wereld.) Hoe ze, als haar zuster zelfmoord pleegt doordat ze naar “iets” kijkt, Malorie vlucht en terecht komt in een huis tezamen met vijf andere mensen. Één van deze mensen is Olympia die net zoals Malorie zwanger is. Op een dag komt er een zekere Gary aankloppen aan de deur die de groep uiteindelijk binnenlaat, terwijl de groep tegelijkertijd probeert te overleven door geblinddoekt huizen af te gaan op zoek naar medicijnen en voedsel. Ze horen tegelijkertijd iets over een overlevingskamp verder op de rivier. Om die te bereiken echter moeten ze via de rivier een lange afstand afleggen met vele gevaarlijke bochten, onderstromingen en op sommige plekken woeste wateren. Dit allemaal geblinddoekt, omdat je nooit weet of je per ongeluk, je hoeft maar een glimp op te vangen, het gevaar ziet en door waanzin overvallen wordt.

Hier zijn we terug waar het boek begint en waar Malorie de kinderen, symbolisch Jongen en Meisje genoemd, de laatste instructies geeft, voordat ze de rivier opgaan. Het is op de rivier zelf dat we steeds meer duidelijkheid krijgen over de enormiteit van het gevaar. (In het Engelstalige boek ook “The Problem” genoemd.)

Structuur van het verhaal: heden en verleden

Het boek bestaat eigenlijk uit twee narratieven. Het narratief van Malorie die samen met de kinderen in een klein bootje op de rivier zit en als een blinde op de plek probeert te komen waar andere overlevenden ook zijn. En de narratief in flashbacks die stapje voor stapje meer inkijk geeft over de komst van het gevaar en hoe de mensen in het huis tijdens het gevaar proberen te overleven. Het tweede narratief is dan ook in drie delen op te delen: het begin (dit is nog voordat het gevaar er is), het moment dat het gevaar alles losbreekt en het moment waarin het verleden en heden samenkomen en Marjorie met twee kinderen op de vlucht gaat. Deze stijl zorgt ervoor dat het gevaar, en hoe Malorie in deze hachelijke situatie komt, stapje voor stapje duidelijker wordt.

In het eerste deel (het begin) lezen we hoe Malorie ontdekt dat ze zwanger is, terwijl er op het nieuws al wordt gesproken over spontane zelfmoorden in Rusland. Hoe haar zus zelfmoord pleegt en ze uiteindelijk met een groep overlevenden in een huis terecht komt, waar ook een andere vrouw aanwezig is, Olympia, die net zoals zij zwanger is. In dit deel van het verhaal lezen we hoe het groepje probeert te overleven in hun eigen gemaakte kooi. De komst van Gary is cruciaal hierin. Hij toont namelijk een andere deel van het gevaar aan, die altijd aanwezig was maar tot op dat moment op de achtergrond was gebleven. Gary is namelijk geobsedeerd door het gevaar en weet zelfs binnen de groep invloed op sommige leden uit te oefenen, door ze uit te leggen dat ze niet bang hoeven te zijn en dat het gevaar mooi is om te zien. Dit leidt tot spanningen in de groep, wat weer leidt tot een uiteindelijke crescendo, waarin alles verloren lijkt te gaan, precies op het moment dat zowel Malorie en Olympia gelijktijdig bevallen.

Dit brengt ons bij de tweede deel van het narratief, namelijk het leven na de geboorte van de kinderen. Malorie is dan alleen (Olympia is overleden) en voedt beide kinderen op en noemt de kinderen Jongen (haar kind) en Meisje (het kind van Olympia). Ze traint ze geheel om in een wereld op te groeien waar de kinderen afhankelijk zijn op hun gehoor en niet op hun zicht. Terwijl ze dit doet, begint ze ook haar ontsnapping te plannen, want ze begrijpt nog beter dan de kinderen, dat ze niet eeuwig in hun gebivakkeerde huis kunnen blijven, simpel weg omdat a) de rantsoenering opraakt maar ook b) dat er meer mensen als Gary rondlopen. Ze beseft dat ze op zoek moet gaan naar andere overlevenden en weet dat er een kamp bestaat ergens aan het einde van de rivier. De reis daar naartoe duurt echter 48 uur.

En dit brengt ons tot het moment waarin de narratief van het verleden samenkomt met het narratief van het heden. Het is dan ook inmiddels duidelijk wat het gevaar is, dat het onaantastbaar is en dat mensen die mentaal ziek zijn, het gevaar zonder zelfmoordneigingen kan aanschouwen.

Symboliek in het verhaal: de toekomst

Het verhaal bevat ontzettend veel symboliek. Het is in 2014 geschreven, dus de verleiding is groot om het boek een analogie te noemen naar de huidige politieke klimaat in de Verenigde Staten door de inmenging van Rusland in de verkiezingen. Of Josh Malerman dient over paranormale gave te beschikken, dan zou deze analogie nog mogelijk zijn. (Het gevaar begint immers in Rusland, een land waar corruptie en nepotisme geheel in de politiek is doordrongen, en overheerst uiteindelijk in de VS.)

Maar deze analogie zou een te versimplificering zijn, van waar het boek op doelt. Het gevaar is namelijk onzichtbaar en ontastbaar. Alleen het zien daarvan maakt je krankzinnig, terwijl de krankzinnigen immuun lijken te zijn. Het wijst naar een andere analogie, een analogie die we ook in andere verhalen/ films vandaag de dag zien terugkomen. Films zoals “A Quite Place” (die ook speelt met onze zintuigen) of de film “The Silence” (nu uitgekomen op Netflix) waar het maken van een geluid dodelijke gevolgen kan hebben. of een iets oudere film, en die bijna een inspiratie bron lijkt voor dit boek, “The Happening”. Waar de natuur in stilte terugslaat naar de mensen door deze zelfmoord te laten plegen.

Wat al deze films en verhalen gemeen hebben is dat onze zintuigen niet te vertrouwen zijn en dat er een extern gevaar aanwezig is. Dat extern gevaar wordt echter door onze zintuigen getriggerd. Tot een bepaalde hoogte zijn wij zelf de vijand – misschien ook de reden waarom het gevaar (of “The Problem”) onaantastbaar blijft. Het wordt niet duidelijk wat het gevaar is. (Het boek is hierop, ten onrechte misschien, bekritiseerd.) Het gevaar is namelijk niet het monster (als het dit al is), maar onze zintuigen die we niet langer kunnen gebruiken om de werkelijkheid te aanschouwen. Zoals Romero, toen hij de film “Night of the Living Dead” maakte eigenlijk een sociaal commentaar wilde geven op het consumentisme, geeft dit verhaal (maar ook films als “A Quite Place” en “The Silence”) de complexiteit van onze hedendaagse wereld weer. Het boek (en de bovengenoemde film) lijken een analogie te zijn van een wereld waarin de waarheid – zowel politiek als sociaal – door de hoeveelheid informatie onoverzichtelijk is geworden. Onze zintuigen zijn niet langer te vertrouwen. We leven in bubbels van waarheden, die we naar elkaar valideren. Dit is dus zowel een extern probleem, omdat de sociale werkelijkheid vloeibaarder is dan we eerst dachten en tevens gemanipuleerd kan worden, het is tevens ook een intern probleem omdat het onze zintuigen zijn die in de kern het probleem vormen.

Het personage Gary symboliseert dit bijna letterlijk. Terwijl de rest van de groep in onwetendheid zit en niet weet wat er buiten gaande is (hoewel er wel diverse hypothesen worden geopperd), bezit Gary wel specifieke kennis, die slechts voor een kleine hoeveelheid mensen ten goede komt, maar voor de rest dodelijk is. Gary symboliseert een bubbel, een puzzelstukje van de werkelijkheid, die hij kan aanschouwen omdat hij zichzelf al aan de krankzinnigheid heeft overgeleverd. Dit is een analogie naar onze sociale media, het gebruik hiervan, de bubbels van informatie die ontstaan en ook gemanipuleerd kunnen worden (wat al in 2014 in Rusland werd gedaan, door journalistieke berichten “fake news” te noemen, iets wat later door Trump is overgenomen). Deze bubbels van informatie sluiten andere groepen uit (uitgebeeld door de zelfmoorden) en kan een tiranische of absolutistische samenleving teweeg brengen. In deze zin is De kooi één boek die samen met andere films en boeken een nieuwe stroming binnen het horrorgenre lijkt te zijn; een genre die inspeelt op onze zintuigen en dat deze zintuigen zelf niet meer te vertrouwen zijn.

Dit zien we ook in de namen “Jongen” en “Meisje”. Ze worden geboren in deze wereld en worden, door hun een naam te ontnemen, bijna verontmenselijkt. In deze complexe nieuwe wereld van interdependentie, globalisering en sociale media, met daarachter hun algoritmes, zijn we allen statistieken geworden. Naamloze en gezichtloze wezens waarbij producten, maar ook politieke interesses “tailer made” aan ons worden gegeven. Het is deze benauwde wereld die het boek weergeeft en ons dus indirect een spiegel voorhoudt, hoe complex onze wereld is geworden en welke gevolgen dit kan hebben, als de bubbels van informatie je doen misleiden.

Het einde van het boek, waarin een tweede verwijzing naar de titel plaats vindt, vat de analogie het beste samen. Als Malorie aankomt, ontdekt ze dat de plek met overlevenden eigenlijk een thuishaven was voor blinden (die in de nieuwe omstandigheden konden functioneren), maar ook mensen die zelf hun ogen hebben uitgebrand zodat het gevaar geen vat meer op hun heeft. Dit is uiteraard een verschrikkelijke boodschap. Als we de analogie verder doortrekken, stelt het eigenlijk dat de enige manier om deze complexe wereld te overleven, we blind dienen te zijn voor de bubbels en dat we slechts door kritisch te zijn (de daad van het uitbranden van de ogen zelf) veilig kunnen voortbestaan. Aan het einde heeft Malorie het gevoel dat het plafond daalt en dat in een open plek waar andere kinderen spelen (en waar ook veel vogels zijn) ze beseft dat ze met al die andere mensen hier in een kooi leven. Een kooi om jezelf tegen de bubbels te beschermen.

Hier zien we speculatieve horror op zijn best. Het geeft een ongemakkelijke waarheid weer, die we liever niet willen zien en ons ogen voor willen uitsteken.