Boekontleding: Swan Song van Robert McCammon

Anthonie Holslag zal in deze maandelijkse blog proberen één boek te ontleden. Boek van deze maand Swan Song van Robert R. McCammon uit 1987.

Boekontleding: Swan Song van Robert McCammon

Anthonie Holslag zal in deze maandelijkse blog proberen één boek te ontleden. Let op dit is anders dan een recensie. Boek van deze maand Swan Song van Robert R. McCammon uit 1987.

Robert R. McCammon

Robert McCammon is nagenoeg onbekend in Nederland, terwijl hij in de VS een behoorlijke oeuvre achter zijn naam heeft staan. Veel van zijn werk is vreemd genoeg niet vertaald, terwijl hij in de VS gelijk wordt gesteld aan Dean Koontz en in sommige boeken zelfs met Stephen King. Zijn stijl is ook met beide auteurs te vergelijken.

Hij balanceert qua inhoud op horror dat voortkomt uit de Verenigde Staten en horror uit het Verenigd Koninkrijk en Europa. Zijn werk is zowel door Poe als Lovecraft geïnspireerd. In de zin dat bij Poe de horror en verschrikkingen veelal vanuit de protagonist kwamen, terwijl bij Lovecraft de horror veelal voortkwam door externe factoren. (In die zin heeft Loveraftiaanse horror meer gemeen met horror uit Europa dan de VS). In Robert McCammon zijn beide invloeden duidelijk aanwezig. Soms leunen zijn boeken meer op Lovecraft, zoals Stinger en Wolf’s Hour. Andere keren meer op Poe zoals in Usher’s Passing en The Listener.


Zijn boek Swan Song lijkt beide stromingen te combineren. Hier is de horror zowel extern als intern en is met zijn 900+ pagina’s zowel een weerspiegeling van de menselijke psyché als de collectieve angsten die in 1987 in de samenleving aanwezig waren. Het boek wordt dan ook vaak vergeleken met The Stand van Stephen King. Dit omdat het over een (post) apocalyptische wereld gaat waar het gevecht tussen goed en kwaad nog moet plaats vinden. Waar Stephen King echter een ziekte gebruikte om de maatschappij te vernietigen, gebruikt McCammon een angst die veel prominenter en actueler was in 1987: een kernoorlog met daarop volgend een nucleaire winter.

Titelverklaring en thematiek

Swan Song verwijst zowel naar de hoofdpersonage Swan als de Engelstalige uitdrukking die wordt gebruikt om een laatste akte of een laatste daad weer te geven. Robert McCammon maakt in dit boek dan ook veel gebruik van symbolen die verwijzen naar het einde van de wereld. De thema die Robert McCammon centraal stelt is het laatste gevecht tussen goed en kwaad, die tegelijkertijd het eindoordeel vormt van de mensheid en welke kant de mensheid opgaat. Alle personages, gebeurtenissen en symbolen zijn met deze thematiek verweven. Hij maakt hierbij gebruik van zowel Griekse verwijzingen als Bijbelse verwijzingen.

De Griekse verwijzing ligt gedeeltelijk verborgen in de titel en verwijst naar de Griekse vertelling van een zwaan die alleen zingt, en tevens de mooiste lied zingt, als de mensheid sterft. (Daar komt ook de uitdrukking Swan Song vandaan.)
De Bijbelse symboliek komt naar voren in “Job’s maskers” die een zeer belangrijke rol spelen in de nucleaire winter die na de kernoorlog plaats vindt. Dit verwijst uiteraard naar het verhaal van Job in de bijbel, waar God de goedheid van Job aan Satan benadrukt en dat Satan dit tegenspreekt en zegt dat Job’s goedheid voornamelijk voortkomt uit Job’s fortuinlijke positie. Hij wilt Job onderwerpen aan diverse vormen van tegenspoed (waarmee God instemt) waardoor Job in de eerste instantie zijn hoop verliest, maar uiteindelijk zijn weg naar God vindt. Job laat daarbij zien dat hij in de goedheid van God gelooft, zelfs in tijden van tegenspoed, en dat hij nooit zijn hoop verliest, zelfs in zijn momenten van twijfel. De interne dualiteit van Job richt zich vervolgens naar buiten.

Dit is ook de kern van het boek. Het gevecht tussen goed en kwaad vindt als het ware in Job zelf plaats. Het is een innerlijke strijd die door krachten van buiten wordt versterkt of verminderd. We dienen eerst deze interne dualiteit te overleven, voordat we de buitenwereld kunnen veranderen. Dit wordt in het boek uitgebeeld door de Job’s masker, die ik hieronder zal toelichten.

Opbouw van verhaal

Het is lastig om een boek van 900+ pagina’s in een aantal zinnen samen te vatten. Er zitten teveel metaforen, symbolen en subplots in die allen verwijzen naar de strijd tussen goed en kwaad. Het verhaal van Job, zoals hierboven beschreven, is de leidraad waarin dit gevecht – zowel innerlijk als naar buiten toe – plaats vindt.

Het boek begint met de spanningen in de Koude Oorlog die zodanig oplopen dat de president van de Verenigde Staten een nucleaire oorlog begint en terwijl hij dit doet met zijn vliegtuig neerstort. Hele steden worden vernietigd en het verhaal richt zich verder op de overlevenden die proberen de nucleaire winter door te komen. We leren hierbij diverse personages kennen die allen, nog voordat de oorlog uitbrak, al met het leven worstelden. Zo leren we een zwerfster kennen die per toeval in New York City de nucleaire aanval overleeft. Zij is de eerste personage die oog in oog komt te staan met de “man met het rode oog” die het kwaad vertegenwoordigt. (In het boek heet hij “The man with the Scarlet Eye” – een duidelijke referentie naar Poe’s verhaal “The Masque of the Red Death” waar een persoon tijdens een gemaskerde bal iedereen doodt d.m.v. een geheimzinnige ziekte.)

Net zoals in het verhaal van Poe symboliseert de man met het rode oog de dood. Hij is de antagonist in het verhaal die uiteindelijke een leger zal leiden om de rest van de wereld te vernietigen. Andere personages zijn Roland, een jongen die zijn ouders verliest, Macklin, een Vietnam veteraan die de oorlog niet achter zich kan laten, Josh, een worstelaar die zijn hoogtij dagen heeft gekend en na de nucleaire aanval een negen jarig meisje met haar moeder ontmoet. De naam van het meisje is Sue Wanda, maar iedereen noemt haar Swan, en als haar moeder dodelijk gewond raakt en begraven dient te worden, ontdekt Josh dat Swan een zeer specifieke gave heeft: ze kan op plekken die door de oorlog zijn vernietigd weer gras laten groeien. Ze heeft de mogelijkheid om de dode wereld weer tot leven te wekken en zelfs velden met dode graan weer op te laten bloeien. Daarmee wordt ze een tegenpool van de “man met het rode oog”: waar hij de wereld wilt vernietigen en het kwaad vertegenwoordigd, vertegenwoordigd Swan hoop en de goedheid in de mens.

Het gevecht tussen goed en kwaad

Wat opvallend is aan het boek is dat alle overlevenden op welke manier dan ook, net zoals het verhaal van Job, geplaagd worden met tegenspoed, zowel voor de oorlog als na de oorlog. Iedereen is gevormd, wat letterlijk tot uiting komt als door de nucleaire winter en de bestraling die volgt iedereen verminkt raakt doordat hun gezichten en handen bedekt raken met een dikke huid die in het boek “Job’s masker” wordt genoemd. Ze raken verminkt en proberen, hoewel de bestraling zijn tol begint te eisen, te overleven in een wereld die plotseling kaal en bar is.

Er ontstaan dan ook twee groepen mensen: een groep rond Swan, die door het land trekt en op zoek is naar overlevenden en een tweede groep, in de eerste instantie geleid door Roland en Macklin, die door de oorlog verbitterd raken en besluiten een nieuwe Verenigde Staten op te richten door het land te zuiveren van alle zwakkeren om uiteindelijk wraak te nemen op de Soviet Unie. Deze tweede groep, die zichzelf “the Army of Excellence” noemt, trekt door het land, valt nederzettingen aan, doodt de minder bedeelden en groeit uit tot een leger van 4000 man. Het is in deze groep waar de “man met het rode oog”, die door het verhaal heen verschillende namen aanneemt, bevriend raakt en zowel geruchten hoort over Swan (die hij wilt doden) en over een bunker waar er massa vernietigingswapens zijn die de Soviet Unie zouden kunnen vernietigen. Deze bunker wordt, metaforisch “God’s bunker” genoemd omdat een zekere man, die de codes van de wapens kent, zich in de bunker schuil houdt.

Onderwijl ontdekt men dat Job’s masker slechts een tijdelijk gevolg is van de bestraling en als deze masker openbreekt het de ware aard van de persoon toont. Dit kan schoonheid zijn in het geval van Swan, Josh en de zwerfster, als monsterlijk in het geval Roland en Macklin die hun mismaaktheid achter verband weet te verbergen. Hier zien we dus de thema waar het boek om draait: de innerlijke strijd die mensen voeren en die naar buiten geëxternaliseerd wordt.

Deze strijd vindt zijn climax in de bunker, waar men ontdekt dat de voormalige president van de Verenigde Staten, die het vliegtuigongeluk heeft overleefd, langzaam gek is geworden en zichzelf letterlijk als een God waant. Hij wordt door Roland, Macklin en de man met het rode oog gedwongen om de laatste nucleaire wapens, die gericht zijn op de polen en daarmee de hele wereld kan uitroeien door overstromingen, scherp te stellen. Op hetzelfde moment komen Josh, de zwerfster en Swan de bunker in en weten op het allerlaatste moment de uiteindelijke vernietiging tegen te gaan. De zwerfster sterft in het laatste gevecht en vertelt Swan dat het haar taak is om de wereld weer op te laten bloeien. Dit zegt ze op het moment dat de wolken zich openbreken en de nucleaire winter ten einde is. Dit is ook het moment dat het leger van 4000 zich ontmanteld en de mensen zich beginnen te richten op de wederopbouw van de beschaving.

Het verhaal achter het verhaal

Hoewel het verhaal enorm complex in elkaar steekt en verwijzingen maakt naar Griekse mythologie, Bijbelse symbolen als Job’s masker en andere horror verhalen (zoals “The Masque of the Red Death”) gaat het verhaal uiteindelijk om hoop en beschaving, gesymboliseerd door de personage Swan versus wanhoop en tribalisme, belichaamt door de man met het rode oog. De keuze die aan de lezer wordt gesteld is welke pad zij zouden kiezen. Het is daarbij belangrijk om de tijdsgeest van het boek sterk voor ogen te houden. Het is geschreven in de hoogtij dagen van de Koude Oorlog, waar de angst voor “de bom” een reële angst was. In deze zin weerspiegelt Robert McCammon de angst van zijn tijd en tegelijkertijd de dualiteit die in de samenleving (maar ook in de mens) aanwezig is.

Dit laatste is misschien nog steeds zo actueel als toen. Ook nu wordt de wereld, die steeds complexer en interdependent wordt, verscheurd tussen het vormen van een éénheid of het terugvallen in het tribalisme van het nationalisme en de natiestaat. Dit is misschien wel de grootste uitdaging van de 21ste eeuw. Gaan we leven in supranationale organen met behoud van eigen kleur en identiteit of vervallen we in brokken van verdeeldheid, waarin grote vraagstukken zoals opwarming van de aarde (denk hierbij ook aan de kernkoppen gericht op de polen) niet onmiddellijk kunnen worden beantwoord. Het verhaal van Job is hierbij een analogie. Hoe reageren we op tegenspoed? Door te verdelen of juist te verenigen?

Hoewel het verhaal in 1987 is geschreven, zich geheel richt op de collectieve angsten van die tijd, is het verhaal misschien nu wel actueler dan het toen was. Het draait uiteindelijk om keuzes en hoe onze innerlijke strijd deze keuzes beïnvloeden. Kiezen we voor het opbouwen van beschaving of kiezen we voor de vernietiging daarvan? Het zijn keuzes die nu gemaakt dienen te worden, maar waarvan we de resultaten pas later zullen zien.

Interne dualiteit, zo stelt Robert McCammon wordt geprojecteerd naar buiten toe. Het verhaal gaat dus zowel over de interne strijd die we allen leveren, als hoe we deze strijd naar buiten toe uitvechten. Het is pas als we interne vrede kunnen vinden, dat we deze ook naar buiten kunnen verwezenlijken. Interne dualiteit staat dus tegenover externe dualiteit. De mens is continu in deze strijd gevangen.