Recensie: The Predator (Shane Black, 2018)

Het is ondertussen 31 jaar geleden dat Schwarzenegger de eerste Predator wist te verslaan. De film uit 1987 werd een regelrechte hit, en leidde tot vele spin-offs en meerdere sequels. In 1990 en 2010 werd de franchise verrijkt met de komst van respectievelijk Predator 2 en Predators. In 2018 is het de beurt aan een vierde vervolgfilm: The Predator.

Viermaal is scheepsrecht?

Of er veel belang was bij een vierde deel, is maar de vraag. Predator 2 en Predators wisten het niveau van hun moederfilm niet te evenaren. Bovendien werden beide films gefileerd door critici. Dit vierde deel is echter wel een kans om het harnas weer op te poetsen. Deze taak is toevertrouwd aan regisseur Shane Black, die in de eerste Predator-film de rol van Hawkins vertolkte. Back to square one, right?

Right. De Predator is anno 2018 geëvolueerd in een geavanceerde intergalactische James Bond. Dit dankt Black onmiskenbaar aan de verbetering van het technische niveau in Hollywood, in het laatste decennium. De actiescènes in de film zijn van een niveau waar Michael Bay zijn vingers bij af zou likken. De kijker wordt in de eerste scène wakker geschud en zit meteen middenin de film.

Toch weet het verhaal niet zoveel te boeien als de actie. Black, bekend als schrijver van Kiss Kiss Bang Bang (2005) en Iron Man 3 (2003), probeert zijn affiniteit voor humor en actie te combineren in een nieuwe cinematografische cocktail. Het resultaat is echter een 107-minuten lang hak-op-de-tak-film, met humor die geforceerd in het verhaal lijkt gepropt.

Over de cast overigens geen slecht woord. Boyd Holbrook schittert in de hoofdrol als Quinn McKenna, een oud-militair met de gebruikelijke ´militair-in-Hollywood´-achtergrond. Hij is gescheiden van zijn vrouw Emily (Yvonne Strahovski: Dexter, Killer Elite), en vader van eenzaam – maar bovenmenselijk intelligent – zoontje Rory (Jacob Trimblay: Wonder, Before I Wake). Een andere hoofdrol is voor Olivia Munn (X-Men: Apocalypse), die de rol van onderzoekster Casey Brackett vervuld. De cast wordt aangevuld met namen als Trevante Rhodes (Moonlight), Thomas Jane (The Mist), Keegan-Michael Kay (Keanu), Sterling K. Brown (This is Us) en Alfie Allen (John Wick). Deze laatste vijf vertolken de rollen van vijf oud-militairen, die Quinn helpen in de zoektocht naar de Predators. Tevens vormen ze de basis voor de stevige spierballentaal in de hele film.

Basically, who fucked an alien?

De film begint op drie verschillende momenten, bij drie verschillende personages. Drie momenten die, zo zal snel duidelijk worden, het cinegrafische speelveld kaderen. Quinn wordt tijdens een missie lastiggevallen door een ‘huge ass motherfucker’ Predator; Rory opent per ongeluk een interplanetaire TomTom; en Casey wordt geëscorteerd naar een futuristisch laboratorium. Alhier ligt de Predator die Quinn ook had aangevallen, opgebaard te midden van een woud aan witte jassen. Deze blijkt door de actie van Rory weer tot leven te komen, en richt een aanzienlijk bloedbad aan. Liefhebbers van Saw kunnen hun geluk niet op, want rondvliegende ingewanden en amputaties sur place worden niet geschuwd.

Deze drie verhaallijnen worden na nog geen dertig minuten looptijd samengevoegd tot één decadente hoofdlijn. Dit maakt het volgen van het verhaal weliswaar makkelijker, maar daarom ook saaier. De focus is gelegd op één groep, en daarmee op één manier om de Predator te bestrijden. Het knaagt ook aan de geloofwaardigheid van de film. Als een buitenaards ruimtetoestel crasht, en een ruimtewezen een slachtpartij aanricht, zouden dan niet alle alarmbellen af moeten gaan? Zouden er geen vragen over gesteld worden?

De focus van de Predators is duidelijk. Ze zijn op zoek naar het beste menselijke DNA, zodat ze dit kunnen gebruiken om zichzelf beter te maken (´it doesn´t take the spine as a trophy´). Laat net Rory dit toppunt van de menselijke genetica zijn, wat hem tot het hoofddoel van de moordende aliens maakt. Interessant is wel dat Black ons met deze vragen laat worstelen, en het antwoord niet direct verklapt (wat enigszins compenseert voor de verhaallijn). Dit houdt de kijker scherp op waarom de Predators opnieuw op aarde zijn. Op enkele vragen blijft het antwoord ons vreemd. Zo wordt er in één van de Predators menselijk DNA aangetroffen, en Black is er niet vies van om één van de karakters de vraag te laten stellen die ons allen ten hoofde schiet: who fucked an alien?

Onrustig

Al met al weet de film het tot een redelijk niveau te schoppen, zeker in vergelijking met haar voorgangers. De actie weet te boeien, en het feit dat Black niet te snel gaat strooien met clues maakt het kijken aantrekkelijker. Doch strand de film hier wat betreft de opmars. De film is erg onrustig, en springt van de hak op de tak van scène naar scène. Het blijft een popcornfilm, dus het is niet nodig om alles goed te volgen om de diepere lagen van het verhaal te snappen. Toch geeft deze benadering de film een gehaast karakter, alsof we maar zoveel mogelijk te zien moeten krijgen in een zo kort mogelijke tijd.

De humor is een goede poging, maar helaas volgt dit vaak een spoor wat niet in het verhaal past. De grappen worden abrupt gemaakt en houden geen verhouding met de actuele situatie. Het is, alsof humor een kwaliteitsverhogend principe is en hierom maar tegen wil en dank in de film gepropt moet worden. Eerlijk is eerlijk, er zitten ook een aantal goede moppen tussen die ik in het café zeker nog een keer op zou ratelen. Maar het overgrote merendeel vormt vooral als poging een grap op zich, omdat het buiten de verhaallijn staat.

Meer van hetzelfde

Alhoewel de vierde Predator-film een goede poging is om het blazoen opnieuw op te poetsen, laat het te wensen over. De film volgt eigenlijk hetzelfde format van de meeste sciencefictionfilms: een toenemend niveau van actie tegenover een verdwijning van het verhaal naar de achtergrond, gevolgd door een fatalistische eindstrijd dat alles bepaalt.

Het technische niveau van de The Predator is duidelijk verhoogd en dat laat zich in dit vervolg uitbetalen. Toch mis ik de originaliteit. Het is toch veel hetzelfde: lasers, raketten, geweren die uit verborgen vakjes komen. De actieliefhebber zal zichzelf tevreden zien, maar om een groter publiek te bereiken zal Black toch met meer originaliteit over de brug moeten komen. Meer minder van hetzelfde.

De vierde Predator-film laat zien dat er kansen zijn om de franchise weer terug te brengen naar het niveau van 1987. Toch zal er, zeker qua verhaal en originaliteit, nogal wat moeten veranderen, wil Black de hype van 31 jaar geleden terug kunnen brengen in de bioscoopzalen.

The Predator draait vanaf 13 september in de Nederlandse bioscopen.

Sterren: 3 / 5

Steun jij De Nachtvlinders met een kleine maandelijkse bijdrage?

1 gedachte over “Recensie: The Predator (Shane Black, 2018)”

  1. Elke Predator fan zal ongetwijfeld deze film zeker gaan kijken.
    Helaas is naar mijn verwachting, mijn eerste beoordeling over de film (behoorlijk)matig.
    De trailers en berichten erover lieten al eea. zien dat we wederom een inmiddels uitgeholde verhalenlijn voorgeschoteld krijgen.
    Het begin van de film leek het nog wel een redelijk interessant gegeven te worden (boven verwachting), maar stom genoeg heeft men betere mogelijke scenario’s snel om zeep geholpen.
    Na verloop kakt de film behoorlijk in.
    Meest irritante zijn de vele karakters, vele nonsens zgn. humoristische conversaties en daardoor ook te weinig diepgang en voortgang.
    Het superieure, zijn wapens en handelen van de Predator wordt ook steeds oppervlakkiger en veel te snel afgedaan. Die trend was al te zien bij de vorige film Predators.

    Van de gebruikelijke hunt is ook geen sprake, eerder het omgekeerde. Dat krijg je als je slordig omgaat en loopt te strooien met je buitenaardse wapens.
    Qua 3D effecten viel het ook tegen. Is weinig verrassends mee gedaan.
    Soms wat grappen ook vanuit Predator gemaakt, moet niet gekker worden. Begint teveel menselijk te worden.
    We hebben in deze film te maken met zelfs een geupgrade versie van de Predatorgeneratie.
    Gezien het verloop en einde van deze film vraag je langzamerhand af waar Arnold dan zo een moeite mee heeft gehad met het eerste mindere exemplaar.

    Het concept en de verschijning van Predator is nu na een aantal films wel bekend, een succesvolle voortgang in de reeks moet hem dus in een goed verhaal zitten.
    Dat is met deze film helaas niet het geval.

    Wat de meeste fans van het eerste uur zo goed vonden is oa. de superioriteit van het buitenaardse gegeven “Predator” en hoe ga je als mensheid de opgedrongen confrontatie aan.
    De tendens ingezet met deel 3 en nu 4 is dat zo langzamerhand de mens geen kind meer heeft het “wezentje”. Hiermee vervalt haast de behoefte om überhaupt nog een Predator film te maken.

    1987 blijft onovertroffen. (op de voet gevolgd door Predator 2)

    Beantwoorden

Plaats een reactie